Eveliens PodiumPraat
Dans & theater door de ogen van Evelien van de Sanden.Dance and theatre experiences by Evelien van de Sanden
Archief voor categorie ‘voorstelling’
Gezien: Pushing the Wheel van Ann van den Broek
op 3 november 2015 in de Rotterdamse Schouwburg
geschreven voor 8Weekly, www.8weekly.nl
Ann van den Broek maakt 15 jaar choreografieën en dat viert ze met een minifestival in de Rotterdamse Schouwburg, waarbij verschillende werken van haar groep WArd/waRD te zien zijn. Onderdeel van dit programma is de première van Pushing the wheel, waarin ze terugkijkt op haar werk tot nu toe.
Het beginbeeld is wat normaal gesproken plaatsvindt voordat het doek opengaat: al het werklicht is aan en de dansers, muzikant, cameraman en Ann leggen alle rekwisieten op de juiste plaats. Op het podium verschijnen twee geluidsmatten, acht kledingrekken met kleding en veel schoenen. Wie eerder werk van Ann heeft gezien, herkent gelijk de verdeling: elk kledingrek staat voor één productie, zoals bijvoorbeeld het rek met de rode en witte kleding van The Red Piece uit 2013.
Feest der herkenning
Hier begint het feest van herkenning van het oeuvre van Ann van den Broek, waar Pushing the Wheel om draait. Ook in de opvolgende scènes worden kleding, frases en opvallende beelden uit haar afgelopen choreografieën afwisselend getoond. Hiervoor gebruikt ze verschillende vormen op een magnifieke manier, zoals we ook eerder gezien hebben in The Black Piece uit 2014: live dans, live beeld via de cameraman, vooraf opgenomen beeld en het spel met licht en donker. Er gebeurt veel tegelijkertijd, maar door bijvoorbeeld het licht van haar zaklampje of de beelden van de camera geeft ze je houvast waar je moet kijken.
Multimedia en soundscape zorgen voor spannende sfeer
Deze goede combinatie van live en niet live maakt dat je op het randje van je stoel zit en dat je wordt gedwongen om te multitasken tussen alles wat er te zien en te horen is. Bijvoorbeeld hoe de cameraman precies langs dezelfde kledingrekken loopt zoals in het voor opgenomen beeld: je ziet hem lopen, maar je ziet niet op het podium wat op het opgenomen beeld toont. Hierdoor is de connectie tussen het beeld en wat er live op het podium gebeurt sterk en blijft het interessant. De combinatie van live en niet live komt ook terug in de muziek. De rode draad door het werk is het nummer Jubilee street van Nick Cave and the Bad Seeds. Dit nummer wordt aangevuld door Nicolas Rombouts achter een mixtafel en het ritme van de bewegingen die de dansers maken op de geluidsmat. Deze soundscape past goed bij de spannende en donkere sfeer van de Pushing the wheel.
Schizofrene trip
Hoewel de samenwerking tussen de in media erg krachtig en overtuigend is, ontbreekt in de eerste helft van het werk wat afwisseling in de energie van de dansers. We zijn lange spanningsbogen gewend in het werk van Ann, maar als je niet of slechts deels mee kan doen met het feest der herkenning, is de spanningsboog in het eerste deel te lang gerekt. Dit maakt ze goed door de energie flink op te bouwen richting het eind van het stuk. Dan wordt alles ten volle ingezet: de muziek, het geluid van het stampen, de herhalende bewegingen, live gezang door de microfoon en wisselende extreme expressies op de gezichten van de dansers. Een uitbarsting die ik het beste kan omschrijven als een schizofrene trip waarin je helemaal mee kan gaan.
Meekijken met Ann
Het enige wat mij tegenhoudt om in de waterval van expressie mee te gaan is Ann zelf, die op het podium aantekeningen maakt op een geluidsmat-krijtbord. Hiermee maakt ze de link tussen zichzelf en haar publiek compleet: we kijken met haar mee naar haar oeuvre tot nu toe. Met de woorden “I am glowing, I am transforming”, oude foto’s van haar werk en een blik langs de kledingrekken van haar vorige producties, sluit Ann Pushing the Wheel indrukwekkend en bevredigend af.
Gezien: Golden Hours (as you like it) van Rosas/Anne Teresa de Keersmaeker
Gezien op donderdag 22 oktober 2015 in de Stadsschouwburg Amsterdam
Voor mijn gevoel is er altijd een ingewikkelde relatie tussen tekst en dans. Er wordt in veel choreografieën wel tekst gebruikt, gesproken door een voice-over of de danser, of geschreven op het achterdoek. Het kan allerlei doeleinde hebben, maar je hoort toch vaak van de bezoekers dat het voornamelijk een verhelderend effect heeft. Wat aan de ene kant wellicht logisch is, omdat wij in eerste instantie worden opgevoed met het leren van taal en begrijpen van teksten. Aan de andere kant, voordat je leert praten leer je al gebaren en gelaatsuitdrukkingen herkennen, oftewel bewegingen.
Met dit in je achterhoofd is het erg interessant om de voorstelling Golden Hours (As you like it) van Rosas/Anne Teresa de Keersmaeker te gaan bekijken. Dit is namelijk het komedieverhaal van Shakespeare, As you like it, maar dan in dans. Ze gebruikt daarbij tekst in de vorm van muziek van Brian Eno en af en toe enkele zinnen uit de het script van Shakespeare op de achterwand. Verder zien we elf dansers die het verhaal dansen. Een verhaal dansen zoals een toneelstuk wordt gespeeld: elke danser heeft zijn eigen personage in het verhaal met daarin een eigen uitstraling en karakteriserende bewegingen. De bewegingen zijn gebaseerd op gebaren, zoals we allemaal kennen van het moment dat we geboren worden. Natuurlijk wel uitgewerkt tot een volledige choreografie, die je van begin tot eind (2 uur en een kwartier) meevoert door de actes.
Je ziet niet vaak dat een verhaal op deze manier wordt gedanst. Meestal gaat het bij een choreografie meer om de sfeer en emotie van de bewegingen. Wellicht gaat het over liefdesverdriet en zien we de twee dansers afscheid van elkaar nemen, of juist elkaar vinden, maar meer verhaal dan dat komt zelden voor. De bekendste vorm is natuurlijk de balletten die elk jaar te zien zijn zoals het Zwanenmeer en de Notenkraker. Daar hebben ook de dansers een eigen personage en worden er veel gebaren en gelaatsuitdrukkingen gebruikt om het verhaal en de relaties duidelijk te maken. Anne Teresa de Keersmaeker maakt dus ook gebruik van de gebaren als basis voor de bewegingen, maar het gezicht van de dansers blijft vrijwel onveranderd. Daarnaast is het overgrote gedeelte van het werk in stilte, waardoor je als kijker echt alle informatie moet halen uit de bewegingen (en af en toe een hint in de vorm van een zin uit de tekst op de achterwand). Hoe geef je een dansers karakter zonder gelaatsuitdrukking? Hoe maak je de relaties bekend zonder tekst? Het lukt de dansers, en daarbij Anne Teresa ook, om de relaties duidelijk te maken door middel van de dansdialogen.
Het grote verschil tussen een toneelvoorstelling en deze is dat er maar twee namen echt bekend gemaakt worden (Rosalind en Orlando) en de nadruk komt te liggen op de interacties tussen de dansers/personages. Waar je bij de toneelvoorstelling misschien nog enkele momenten tijdens het werk je afvraagt wie ook alweer hoe heet en de broer is van wie, heb je daar hier geen ‘last’ van. Het vergt wel een andere kijk, waar je even aan moet wennen. Zo zijn er natuurlijk nog veel meer relaties tussen tekst en dans te benoemen. Het mooie aan dit voorbeeld is, vind ik, dat de tekst niet de hoofdrol van de dans overneemt in het uiten van het verhaal of de emotie.
Gezien: 100% Selmade van DOX
op zaterdag 17 oktober in Maastheater Rotterdam
geschreven voor Theaterkrant, www.theaterkrant.nl
“Do it! Just do it!” Deze zinnen uit het vele malen geïmiteerde motivatiefilmpje van Shia LaBeouf geven de kern van de voorstelling 100% Selfmade aan. Acht jongens geven een kijkje achter de schermen bij hun repetitieproces voor het maken van de voorstelling.
We zien hoe de jongens zich opwarmen, bewegingen aanleren vanaf een filmpje op de laptop, elkaar helpen bij stukken choreografie en improviseren. Ook zien we via een projectie hoe het er achter de schermen uit ziet: de kleding, stoelen, spullen (en soms dansers) die er liggen. De projectiewand wordt omgedraaid waardoor het toneelbeeld een complete repetitieruimte wordt, inclusief kleding en spiegels. Het leuke aan dit veelzijdige beeld in het begin is dat we de jongens een beetje leren kennen. Wie het buitenbeentje is, wie beter is in welke dansstijl en wie de leiding neemt. Hierdoor is het een leuke introductie, maar ook een scène die lang aanvoelt. Er worden namelijk niet veel hits gegeven over de rest van de voorstelling, mijn blik wordt te weinig gestuurd, waardoor het onduidelijk blijft welke kant de voorstelling op zal gaan.
Hilarisch maar gemiste kansen tot diepgang
Na de kennismaking met de acht jongens, allen met een achtergrond in breakdance/b-boying en sommigen ook met een modernedansopleiding, zien we in de opvolgende scènes hoe ze de voorstelling zelf maken. Om beurten tonen ze elkaar ideeën voor scènes die in de voorstelling zouden moeten komen, inclusief het aanvragen van het licht, veranderen van de achtergrondfilmpjes en het commentaar van de anderen achteraf. De volgorde van deze scènes lijkt onwillekeurig en is chaotisch. Toch komen de jongens ermee weg door hun oneindige charme en humor. Wat wel echt een gemis is, is dat de momenten waarin de jongens hun talent laten zien ook wordt overschaduwd door humor. Zo worden we bijvoorbeeld tijdens de indrukwekkende moves alla James Brown afgeleid door de grote bos haar die de danser los gooit. De bewegingen krijgen niet de aandacht die het verdient. Daardoor laten ze kansen lopen om (ook andere kanten van) zichzelf echt te laten zien en vooral ook meer diepgang in het werk toe te laten.
Een luchtige conclusie
Aan de hand van een lijstje “wat moet er in de voorstelling komen?”, dat via een projector te zien is, wordt de nadruk gelegd op de vraag: hoe maak je eigenlijk een voorstelling? Hoe zorg je dat datgene wat je bedacht hebt, ook daadwerkelijk op de goede manier erin komt? Dit, in combinatie met een flinke dosis zelfspot, zorgt voor meerdere uiteenlopende momenten waarop er hardop wordt gelachen. Na alle ‘repetitiescènes’ is de nieuwsgierigheid naar het moment van de waarheid flink opgebouwd: gaat het de jongens lukken om een voorstelling te maken en wat komt erin? Het antwoord: just do it! En zo doen de jongens ook. Als je een serieus en gevat einde verwacht, is het een teleurstelling. Maar wat is er belangrijker, het doel of de weg ernaartoe? Wat zeker is, is dat je met een lach op je gezicht de zaal uit loopt. De combinatie van zelfspot en een heleboel charme en theatraliteit maakt 100% Selfmade een luchtige voorstelling voor iedereen, maar met gemiste kansen tot meer dan dat.
gezien: Higher van Michele Rizzo
Op zaterdag 5 september Frascati 4 in Amsterdam
geschreven voor 8Weekly, ww.8weekly.nl
Als je het over dans hebt, is er natuurlijk meer dan alleen de stijlen die we in het theater zien. Waar kan je de meeste populaire dansvorm van iedereen van dit moment zien? In de club. In de club, op het festival en tijdens de georganiseerde feesten zijn de dansstijlen van nu, vaak passend bij de hedendaagse muziekstijlen, constant in ontwikkeling. Met zijn voorstelling Higher bouwt Michele Rizzo een brug tussen deze twee, vaak aparte, werelden: de club en het theater.
Rizzo komt met veel elementen in zijn voorstelling dichtbij mijn persoonlijke ervaring van een feest of festival: bij binnenkomst moet je even wenen aan de ruimte, de verlichting en de muziek. Vervolgens begin je, klein en voorzichtig, een beetje mee te deinen op de muziek, terwijl je de mensen om je heen ontmoet. Als je lichaam een beetje gewend is aan het ritme ga je steeds energieker en uitbundiger dansen, vrijer en in je eigen stijl/vorm, door de mensen om je heen en het ritme van de muziek (en/of de alcohol?).
Omdat de opbouw voor mij zo gelijkende was als een dans/stapervaring, wat maakt het dan theater? Het feit dat ik ernaar zat te kijken? Doordat sommige elementen zo gelijkend waren , vielen mij de theatrale elementen extra op: het gebruik van het licht en de ruimte; de dans die langzaam over ging in een gezette choreografie; de herhaling van de choreografie. Het begin en einde, de spanningsboog die voornamelijk gecreëerd werd door het licht. Al hoewel, dat laatste geldt ook als je naar een feest gaat: wanneer de tl-lampen aangaan is het feest, de andere wereld waar je je even in begaf, de ’voorstelling’, afgelopen. Wellicht was het grote verschil dan toch voornamelijk dat ik zat te kijken. Op een feest zal je mij nooit zien zitten en kijken, dan dans ik mee!
Waarschijnlijk dat ik daarom de nijging had om op te staan en een van de dansers op hun schouder te tikken om te zeggen: “kan je mij die moves ook aanleren? Dan kan ik meedoen.”. Niet dat ik dat zou kunnen. In plaats daarvan liet ik mijn hoofd non stop meedeinen op het ritme. De voorstelling had me nog meer kunnen meenemen, als de dansers dichterbij waren gekomen, of met hun ogen meer contact hadden gemaakt met het publiek. Ondanks dat ik de nijging had op te staan en mee te dansen, maakte de afstand tussen mij en de dansers, de aanwezige ‘vierde wand’, toch duidelijk dat ik niet onderdeel was van die andere wereld waar ik naar zat te kijken.
Op het moment dat de dansers afweken van de herhalende choreografie kwam voor mij meer de nadruk op de stijl en de kunst van de stijl te liggen. Toen begon het echt interessant te worden. Helaas begon toen ook de fade out: alsof je op driekwart van het feest ineens naar huis moet. Het is gaaf om te zien hoe hij die brug bouwt tussen club en theater. Veel dans in het theater is gebaseerd op werk uit het verleden, of een stijl uit het verleden. Dit is nu en daardoor verfrissend. Ik zou graag zien dat hij hierin verder durft te gaan en echt de vraag durft aan te gaan: past club dans ook in het theater?
Seen: Kokokito from Louis Vanhaverbeke
Thurday the 25th of July 20:00h, De Doelenzaal, Amsterdam, Dance Dubble date #2
Written for International Young Makers in Action; www.IYMA.eu
At the start of the performance, we look at an empty stage, surrounded by only black curtains. Then Louis walks in, in simple sporty clothes with a beamer standard on a small trolley. On the beamer standard is electric music equipment, like a mixer, speaker and a sample machine. Nothing fancy.
Then Louis starts talking/rapping/singing on a simple beat, about big choices as an artist and as a human being. With his rhyming words and divers beats, he lays down a path of thoughts about psychological struggles and questions about performance and about life. This contrast between the simple appearance and difficult life thoughts becomes even more present when he brings more and more props on stage: a children’s basketball net, a glove, a sandwich, a guitar. Whenever Louis steps behind the curtains, he surprises us with something different with which he makes his performance. Everything is multifunctional.
Louis is clearly better equipped with words and beats than with actual dance moves. But you could call his performance on stage a sort of dance. A dance with stuff, beats, words and thoughts. He uses it all to point out how life is filled with choices. Which direction do you choose? What if you don’t know? This is very much a topic of young people nowadays. Where to focus on, what to study, where to live in a world that is getting smaller and easier to access every day.
Kokokito is a funny, dynamic, one man performance with many recognisable things about life nowadays. I would call nothing about it fumbling. It has the appearance of a repetition on stage, but Louis’ business tells the audience otherwise: that he is well prepared. What would strengthen his performance and the contact with his audience, is if he would dare to play with the aspects of rest and speed. The whole piece is too much in one rhythm. Give the audience a little more breath and/or excitement to create a stronger connection. With that in mind, I would love to see more of Louis in the future!
Gezien: While we strive van Arno Schuitemaker
op woensdag 7 oktober 2015, Frascati theater, Amsterdam
geschreven voor 8Weekly, www.8weekly.nl
Kunst en wetenschap, twee totaal verschillende werelden? Arno Schuitemaker denkt daar anders over. Hij gebruikt juist zijn wetenschappelijke achtergrond (afgestudeerd aan de TU Delft) voor het creëren van choreografieën. Zo ook met While we Strive, wat een uitzonderlijke en intense voorstelling oplevert.
Het begint met een onbezonnen spel van drie performers met drie kleine speakers die een constant zoemgeluid produceren. De bewegingen van de performers in combinatie met het geluid van de speakertjes creëert herkenbare ‘bewegingsmuziek’: de richting van de bewegingen bepaalt of het geluid het publiek bereikt, zoals iedereen weleens heeft geëxperimenteerd met de positie en richting van de muziekboxen thuis. Dit ietwat lang durende, ontspannende begin groeit uit tot een overweldigende combinatie van geluid, kleur en beweging. Mijn oren en ogen worden optimaal geprikkeld door het telkens minimaal veranderen van de bewegingen van de performers, geluiden van de muziek en kleuren van het licht.
Hypnotiserend
Van de voorspelbaarheid en het simpele van het begin is niets over in de rest van het werk. Het toneelbeeld blijft veranderen. De op elkaar ingespeelde dansers, de muziek en het licht lijken compleet synchroon te gaan in hun veranderingen. Dit, samen met de intensiteit van de bewegingen en muziek, heeft een hypnotiserend effect. In de zaal zie ik vele hoofden of benen, inclusief die van mijzelf, heen en weer gaan op het ritme van de bewegingen. Een verslavend ritme waar je compleet in op gaat, met als effect dat je (onbewust) letterlijk meebeweegt. Deze zintuiglijke ervaring heeft gedeeltelijke inspiratie vanuit de wetenschappen. Arno’s voorbereiding bestaat naast de tijd in de studio namelijk ook in het verdiepen in neurowetenschappen: de kennis over het zenuwstelsel. Wat dit en zijn andere werk uitzonderlijk maakt is dat hij hierdoor verschillende lagen raakt: zowel het wetenschappelijke/rationele als het zintuiglijke/emotionele vlak.
Meer dan zintuigelijk
Richting het einde is er één opvallende scène waarin de drie dansers stoppen met de herhalende bewegingen met hun armen en bovenlijf, en elkaar opzoeken door op elkaar leunend als één geheel over de vloer te bewegen. Dit geeft niet alleen een moment van rust, maar ook een moment voor reflectie op het werk, wat door de (on)uitputtende bewegingen en doordringende muziek een welkome afleiding is. De volgende vraag komt in mij op: is dit hoe wij leven? Gehypnotiseerd door de constante herhaling van rituelen en informatie wat op ons afkomt, terwijl we eigenlijk de behoefte hebben aan contact? While we strive is geen goede keuze voor degene die op zoek is naar een avond vermaak of om rustig in een stoel te zitten kijken. Het is een gecalculeerde belevenis die je in een trance brengt en tegelijkertijd (letterlijk) beweegt, als je er voor open staat.
Juste Debout – Paradiso, 2 februari 2014
Wat is het eerste wat in je opkomt als je denkt aan hiphop dans? Tienerjongens die op hun rug spinnen of bewegingen uit een videoclip van Beyoncé of Usher? Misschien denk je wel aan de choreografieën in het populaire tv-programma So You Think You Can Dance? Of stroomt je gedachte vol met beelden van energieke dansers die door middel van poppende spieren, lockende lichaamsdelen en housende ritmes elkaar uitdagen in een battle? Dit laatste is wellicht niet zo aanwezig in het dagelijks leven, maar minstens zo bruisend. En nergens zo te ervaren als tijdens Juste Debout: een officiële hiphop battle met voorrondes over de hele wereld.
Afgelopen zondag waren de voorrondes voor Nederland in Paradiso, Amsterdam. Eenmaal binnen heb je verschillende opties: je kan gaan zitten en rustig ‘toeschouwen’, zoals bij een voorstelling, je kan staan of zitten rondom de battle en aanmoedigen, zoals bij een wedstrijd, of je kan in alle hoeken van de ruimte met een groepje staan dansen, zoals bij een dansavond. Wat je ook doet: je kan niet ontsnappen aan de bruisende energie van alle hiphop dansliefhebbers om je heen. Iedereen is er omdat hun hart sneller gaat kloppen bij de aanstekelijke beats van de dj en verrassende bewegingen van de dansers. Het feit dat de juryleden stemmen door hun winnaar aan te wijzen en de host bepaald wie er mag beginnen door een waterflesje te laten draaien op de grond bevestigd dit alleen maar: men komt hier door de dans en niets anders.
Deze openlijke competitie om de beste moves naar boven te brengen is erg karakteristiek aan hiphop dans. Het gaat absoluut niet om agressiviteit, maar om inspiratie en uitdaging. Dankzij de verschillende genres waarin gebattled wordt, (locking, popping, hiphop, house en experimental) is duidelijk te zien welke technieken er bij komen kijken en hoe iedere danser zijn eigen danstaal heeft gecreëerd. Het dak vliegt eraf wanneer twee locking-talenten genaamd Soulcats (winnaars) een korte choreografie uitvoeren, waarin ze springen, flippend en draaiend met een split op de grond eindigen (je mag naast solo improvisatie ook een korte choreografie met z’n tweeën uitvoeren tijdens de battle). Ik kan me niet voorstellen dat de omwonenden niet van hun stoel vielen van het geluid wat de menigte maakt uit enthousiasme.
Een dergelijk vibe als bij Juste Debout beleef ik niet vaak. Ik kan heel enthousiast raken van een dansvoorstelling, door de totaalsfeer of de bewegingen. En hoewel ik dat achteraf kan bespreken met mijn gezelschap, blijft het een ervaring die op dat moment bij mezelf blijft. Tijdens de battles van afgelopen zondag uit je je enthousiasme gelijk, en beleef je andermans enthousiasme mee: Je deelt de ervaring met iedereen om je heen, terwijl je naar professionele dansers kijkt. Je bent onderdeel van de ervaring, van het moment. Hoewel ik heel nodig moest, wilde ik niet naar de wc, omdat ik niets wilde missen.
Het overbrengen van je energie is een belangrijk aspect voor hiphop dans. Als je dit een keer op een authentieke vorm wil ervaren, zet dan Juste Debout 2015 in je agenda!

Recente reacties