Eveliens PodiumPraat

Dans & theater door de ogen van Evelien van de Sanden.
Dance and theatre experiences by Evelien van de Sanden

Archief voor categorie ‘voorstelling’

Gezien: Hip Hop Hoera van Honey Eavis
op 3 april in het Bijlmerparktheater in Amsterdam

Geschreven voor Theaterkrant, www.theaterkrant.nl

Hiphop is al jaren een populaire dansvorm onder jongeren en professionals in Nederland, maar de verbinding met jongere kinderen wordt nog niet zo vaak gezocht. Honey Eavis, al jaren werkzaam bij Don’t Hit Mama als danser, maker en docent, laat met haar voorstelling Hip hop hoera (4+) zien dat hiphop ook bij jongere kinderen goed aanslaat.

In Hip hop hoera stellen Steven Lima, Stefan Seedorf en Junadry Leocaria zich aan ons voor en zien we hoe ze elkaar leren kennen door middel van hun dansvorm: hiphop. Het scherm op het toneel toont een projectie van een stereotoren en heeft twee doorkijkluiken. Samen met een oude stoel, een kist en tape in de vorm van een hink-stap-sprongspel op de vloer is het toneelbeeld een speelse mix van binnen en buiten, oud en nieuw. Van kleine bewegingen, zoals het schudden van een hand of het wijzen naar iemand, maakt Lima popping- en lockingbewegingen. Dit is niet alleen een leuke kennismaking met hiphop, maar laat ook gelijk zien dat de dansstroming is voortgekomen uit alledaagse bewegingen.

Eavis heeft meer typische hiphopelementen slim in de voorstelling verwerkt, bijvoorbeeld in een wedstrijd tussen Leocaria en Seedorf: de beste James Brown-imitator (een van de belangrijkste inspiratiebronnen van de hiphop) is de winnaar. Zo laten ze de kinderen zien hoe je je vaardigheden toont, wat het verschil is tussen jij en ik en hoe concurrentie eruitziet. Daarnaast leveren de snelle voetbewegingen – die Brown kenmerkten – in combinatie met de gelaatsuitdrukkingen van de dansers ook erg grappige momenten op.

De facetten ‘ik, jij en wij’ zijn de leidraad voor Hip hop hoera. Hiphop bevat veel kenmerken die daarmee te maken hebben: ‘wij’ als een crew of community, ‘ik’ in de vorm van je eigen identiteit vinden in bewegingen en ‘jij’ als tegenstander/uitdager/iemand met andere skills. Door middel van hiphop ontdekken de drie dansers de gelijkenissen en verschillen in elkaar.

Er wordt niet alleen gedanst. Extreme gelaatsuitdrukkingen, kleurrijke kleding, doorkijkluiken en verschillende projecties op de wand zorgen voor een veelzijdigheid en extremiteit die goed aanslaat bij kinderen vanaf vier jaar. Dit zorgt voor verrassingen en nieuwe impulsen. De soms bewegende beelden op de wand hebben vaak een belangrijke rol in de scène, zoals beelden van een game die de bewegingen van de dansers verduidelijken of een animatie die erg lijkt op Eavis zelf, die regelmatig verschijnt om de muziek aan te zetten of de scène een duwtje in een bepaalde richting te geven.

Maar hoe langer de voorstelling duurt, hoe meer de energie verslapt. De gecreëerde situaties, zoals een ruzie, worden door de dansers minder scherp uitgespeeld en het toneelbeeld levert geen nieuwe verrassingen op. Dit heeft hetzelfde effect op de aandacht van de kinderen. De voorstelling eindigt zonder climax, die wellicht de verslapping had kunnen goedmaken.

Ondanks het teleurstellende einde toont Eavis met het grappige Hip hop hoera dat hiphop ook een hele geschikte dansstroming voor jongere kinderen is.

Gezien: Even geduld van Piet van Dycke en Jonas Vermeulen
op 14 april in Theater Kikker in Utrecht

Geschreven voor Tweetakt, www.tweetakt.nl

Dus je gaat een voorstelling maken, en dan? Hoe moet je dat doen en wat komt je tegen als maker? Dit is het onderwerp van Even geduld van Piet Van Dycke, winnaar van de danswedstrijd van tweetakt 2015, en Jonas Vermeulen, die samen een charmante, leuke danstheatervoorstelling gemaakt hebben.

Gekleed in overals en met behulp van zeven spiegels nemen de twee mannen ons mee in hun onzekerheden, discussies en confrontaties. Hoe kom je tot een inhoud? En wat is de boodschap die je wilt overbrengen? Piet en Jonas hebben op een inventieve manier bewegingsfrases gemaakt die gebaseerd zijn op poses of bewegingen die je maakt bij dergelijke overpeinzingen, zoals je hoofd leunen op je gebalde vuisten. De heren, de een voornamelijk acteur en de ander vanuit de acrobatiek, zijn goed op elkaar ingespeeld qua timing. Een leuk duo! De dans wordt op verschillende wijze gecombineerd met tekst: na elkaar, tijdens en ook dans op de tekst. Hoewel ze de variëteit klein is, maakt de vorm waarin ze de bewegingen en tekst gegoten hebben dat de voorstelling nooit saai is.

Even geduld is ook erg grappig. Zeker wanneer de heren zeggen dat wat ze doen geen inhoud heeft en dat als wij [het publiek] inhoud willen, ze best even een minuut willen inlassen. Dan is er een wachtmuziekje en staan de heren ons aan te kijken. Ook is een bord met “even geduld” erop dan verlicht. Het is aan ons om de inhoud toe te voegen want zij komen er niet uit: “we hebben in ieder geval ons best gedaan” is één van de scherp getimede zinnen waardoor ze het publiek op een humoristische manier mee laten beleven in hun poging een voorstelling te maken. Wat hen goed lukt. Want het is een kunst om een inhoudelijk voorstelling te maken, wat precies de inhoud is van deze voorstelling, waarvan ze zeggen dat er geen inhoud in zit. Snapt ge? Zo niet, maar ook als het wel snapt: ga het samen met Piet en Jonas beleven!

Gezien: Draaiplaneet van Lana Coporda
op 10 april bij Tweetakt in Utrecht

Geschreven voor Tweetakt, www.tweetakt.nl

De wereld is rond en draait om de zon en haar eigen as heen. Deze twee aspecten, draaien en de planeet aarde zijn de hoofdbestandsdelen van de voorstelling Draaiplaneet van Lana Coporda.

Bij binnenkomst zien we Lana en haar collega Kim Hoogterp verstopt onder witte dekens bij een lamp, zoals een slaapfeestje of kampeer vakantie. Al snel beginnen ze te dansen: alleen maar draaiende bewegingen. Lana en Kim draaien, rollen, spinnen in het rond, maar tonen toch een beperkte variatie aan draaiende bewegingen, voornamelijk omdat alle bewegingen met ongeveer dezelfde snelheid of energie worden uitgevoerd.

In de volgende scène vragen Lana en Kim zich allerlei dingen af over de planeet aarde: wat als er geen zwaartekracht was; wat als de sterren naar beneden zouden vallen; wat als we alle kanten op konden smelten? Aan de hand van hun dans laten ze vervolgens een voorbeeld-antwoord op de vragen zien. De vragen zijn zowel cliché als inventief, maar wederom is de vorm waarin ze gesteld worden een beetje eentonig. Er is wel wat fantasie nodig om de dames te volgen, maar dat lijkt me geen probleem voor kinderen van 6+.

In het laatste deel hebben de twee dansers twee veelhoekige vormen op de grond gemaakt met tape, waar ze op ‘lopen’. Ze liggen op de grond met hun voeten naast de lijnen van de vormen: het is een soort 2D effect. Het is leuk om te zien hoe ze deze vorm gebruiken om te spelen met het idee van 3D en met enkele vragen die ze ervoor stelde over de natuurwetten van de aarde. Maar over het algemeen mist de voorstelling een duidelijk lijn. De vragen zijn interessant en grappig, zeker voor een 6+-er, maar er is niet veel gevolg van de vragen: het doel, verhaal, de moraal of richting van de voorstelling blijft onduidelijk. Draaiplaneet heeft een leuke insteek, zeker voor kinderen met de leeftijd waarin ze wel een beeld hebben van de aarde of planeten, maar de uitvoering is soms wat eentonig en de afronding en een sterke spanningsboog missen.

dinsdag 5 april 2016

Dit is geen recensie

Gezien: Dit is geen Theater van TG Bonte Hond
op 4 april bij Tweetakt in Utrecht

Geschreven voor Tweetakt festival, www.tweetakt.nl

Even voor alle duidelijkheid, ik hoop dat hier geen onzekerheden over bestaan: dit is dus geen recensie. En dit artikel gaat ook niet over een theatervoorstelling. Dat maakte BonteHond ook bijzonder duidelijk: Dit is geen theater is geen theatervoorstelling. Het is een voorlichting over hoe gevaarlijk en slecht voor de gezondheid theater eigenlijk is. Zeker voor kinderen.

Want theater is fantasie en plaatjes, oftewel leugens, en dat is uit den boze. Aan de hand van een presentatie met flip-over en de hulp van zijn assistente legt meneer Schellekens ons haarfijn uit wat theater is en hoe we het kunnen herkennen, om ons ervan te overtuigen dat we het het beste kunnen vermijden. ALLE ZALEN MOETEN LEEG, roept hij samen met ons hardop uit.

Hij vertelt over de geschiedenis van theater en welke soorten er zijn, hoe gevaarlijk elke soort is en waarom. Zijn verhaal is in principe sterk en overtuigend, behalve dat zijn assistent gedurende de ‘voorlichting’ steeds meer toevoegt wat het tegendeel lijkt te bewijzen. Ze is erg gemotiveerd om alles precies te doen zoals haar mentor aangeeft, maar hij betrapt haar erop dat ze plaatjes gebruikt om dingen te verduidelijken. En plaatjes zijn uit den boze. De gedrevenheid en bijhorende gelaatsuitdrukkingen van de assistent maakt de ‘voorlichting’ hilarisch.

Tegelijkertijd verliest meneer Schellekens af en toe zelf de controle, wanneer hij vertelt waarom zijn vader hem vroeger naar wiskundekamp stuurde. Met zijn verbeelding ziet hij dan iemand uit het ‘publiek’ aan als zijn vader. Dit komt tot een climax wanneer hij probeert uit te leggen waarom theater over theater de ergste soort theater is.

Want hoe kan je theater over theater eigenlijk herkennen? De acteurs zullen hun best doen niet te laten merken dat ze acteurs zijn, en bij de voorstelling zal duidelijk worden gemaakt dat het geen theater is. Zoals Dit is geen theater bijvoorbeeld. Wellicht hebben we het hier toch over theater. Want theater is overal, legt de assistent uit, dus je kan er maar het beste mee leven. Of gewoon leuk vinden, zoals zij. En Dit is geen theater is erg leuk, leerzaam, hilarisch en met een duidelijke verhaal en ontwikkeling van de acteurs. Een theatervoorstelling om aan te raden, ook zeker voor kinderen!

Gezien: Bombyx Mori van Ola Maciejewska
op 1 april 2016 in de Rotterdamse schouwburg.

Geschreven voor Theaterkrant, www.theaterkrant.nl

In Bombyx Mori speelt Ola Maciejewska met de jurken van de danseres en choreografe Loie Fuller. Fuller (1862-1928) was beroemd om haar wijde, ‘dansende’ jurken en lichtontwerp. De titel Bombyx Mori is een verwijzing naar de gelijknamige rups die gekweekt wordt omdat het cocons van zijde maakt. Twee zeer nieuwsgierig makende aspecten, die helaas niet leiden tot een verrassende of bevredigende voorstelling.

Bombyx Mori begint rustig en veelbelovend wanneer Malika Djardi, Roberto Martínez en Ola Maciejewska met veel precisie de zwarte jurken als een cirkel op de vloer leggen, net zoals rupsen die hun cocon aan het maken zijn. Het toneelbeeld bestaat uit een witte vloer die bij de achterwand is doorgetrokken: de zwarte jurken steken mooi af tegen de achtergrond. Eenmaal in de jurken lopen de dansers over de vloer, waardoor ze geluid produceren met hun voeten en stem. De vele microfoons bovenin versterken en vervormen dit geluid, wat tot een climax komt wanneer ze ook met hun bovenlichaam gaan dansen in de wijde, veel gelaagde jurken.

De voorstelling begint daarmee boeiend maar verliest vervolgens snel spanning. Na de eerste climax verandert de dans in iets wat meer weg heeft van een improvisatie oefening of onderzoek: de dansers hebben elk andere bewegingsfrases verspreid over de vloer waardoor de verschillende visuele en auditieve effecten lukraak door elkaar gaan. Door een gebrek aan leidraad of structuur zakt de spanning en belangstelling ook geheel weg.

Wat jammer is, want het onderwerp is erg interessant: wat als je bij dans niet het lichaam voorop stelt, maar de objecten die door het lichaam in beweging zijn gebracht. Waar eindigt beweging en/of dans? De wijde, dansende jurken van Fuller zijn wat dat betreft een sterk en direct uitgangspunt. We zien immers direct het effect van de bewegingen van de danser op de jurk, die in verhouding met het lichaam lang na-danst in de ruimte. Hierdoor is het lichaam slechts een fragment van de zichtbare dans. Zoals de rups slechts bestaat omdat hij gekweekt wordt om zijde te maken. Toch biedt de choreografie te weinig variatie en opbouw om echt te spreken van een boeiende ervaring of kritisch resultaat.

Het geluid is een in Bombyx Mori een minder direct, maar ook belangrijk element. Met hun voeten, stem en de jurken produceren de dansers het geluid zelf. Dit komt alleen wederom niet veel verder dan de referentie naar beweging aan de hand van wind en stormachtige geluiden. Hoewel Maciejewska interessante inspiratiebronnen heeft, is Bombyx Mori niet gevarieerd of gestructureerd genoeg om van een boeiende voorstelling te spreken. Op het begin na heeft het meer weg van een speels onderzoek, een work-in-proces.

Gezien: Honger van TG Fantasten
op 26 maart 2016 in de Toneelschuur in Haarlem

Geschreven voor 8Weekly, www.8weekly.nl

Je kunt, dankzij onder andere apps zoals Tinder en websites zoals Second love, via nieuwe manieren je seksuele lusten stillen. Honger van Fantasten reageert hierop door de verschillende vormen van lust en verlangen te tonen. Hoe stil jij die honger naar passievolle liefde?

Het toneelbeeld van Honger bestaat uit een groot aantal zitzakken in allerlei vormen en vleesachtige kleuren. De vrijwel naakte lichamen van de spelers Steef Hupkes, Melissa Helena Pieters, Lotte Rischen en Jorrit Ruijs liggen tussen de zakken. Met wat verbeelding lijken de zakken door de kleuren en vormen op nog meer naakte lichamen. Langzaam beginnen ze te bewegen en spartelend begint een spel van uitdagen en afstoten: een puur fysieke uiting met veel energie, elkaar bespringen, vallen en opstaan. Door de snelheid en de kracht van de bewegingen laten de spelers zien dat ze erg goed op elkaar ingespeeld zijn.

Verscheidenheid en balans
In de opvolgende scènes ontwikkelt het spel van verlangen, aantrekken en afstoten zich van een animale oerdrang naar het gecultiveerde leven, via onder andere een onuitputbare aantrekkingskracht, het verbale seksuele flirten en geil dansen op muziek. Er verschijnen ook steeds meer dingen op het podium, zoals tafels en stoelen en een heleboel kleding, wat hen helpt bij het aannemen van de verschillende rollen en houdingen. Het is prettig dat ze niet alleen de extreme vormen tonen maar ook de subtielere verlangens, zoals het onschuldige flirten van tieners, waar een kleine verandering in lichaamstaal al alles kan vertellen. Hierdoor is de voorstelling in balans wat betreft energie en mogelijkheden tot empathie.

De lusten van het diner
De extreme voorbeelden van passie zijn ook zeker onderdeel van de voorstelling. Het beste voorbeeld is de laatste scène, waarin een elitair diner inclusief glimjurken en een gedekte tafel totaal uit de hand loopt. Zonder te praten gebruiken de spelers het fruit van de schaal en elkaar om de lusten te stillen, wat een flinke hoeveelheid humor meebrengt en de nadruk legt op de passende titel: honger.

Te weinig kritisch
Honger laat de veelzijdigheid van het spel der verlangens en passie zien, maar blijft daarin wel wat soft. Er is af en toe wel een kritisch noot, maar die is niet erg overtuigend. De voorstelling had meer kunnen raken en nog grappiger uit de hoek kunnen komen wanneer ze nog ietwat scherpere timing hadden gehad, of meer het publiek ermee hadden geconfronteerd. Honger is als licht, grappig bewegingstheater met de energieke spelers zeker een aanrader.

Gezien: Wat niemand had verwacht door ISH
op 24 februari in Theater de Meervaart in Amsterdam

Geschreven voor Theaterkrant, www.theaterkrant.nl

Volgens onderzoek van Hanneke Wigman heeft 95 procent van de jongeren wel eens last van een psychotisch aandoening. Omdat dit volgens Lara Wakelkamp nog altijd een taboe is, besloot ze de aangrijpende jeugddansvoorstelling Wat niemand had verwacht te maken, onder begeleiding van Marco Gerris en een coach in de serie ISH Nieuwe Makers. De titel verwijst naar haar tweede inspiratiebron: het gelijknamige boek van Marit Tornqvist.

In de beginscène zien we op een van de twee decorblokken actrice Thirsa van Til en de dansers Shailesh Bahoran, Feadan McCall, Serano Pinas
en Anna Maria Suykerbuyk in grijze kleding. Iedereen danst om elkaar heen, behalve Thirsa. Zij danst niet en valt daarmee gelijk uit de toon. De beginscène is iets te kort om goed te wennen aan het toneelbeeld, maar er is wel gelijk een donkere sfeer. In deze voorstelling is de belichting duidelijk blik- en sfeerbepalend. De licht-donkercontrasten en scherpe spots creëren een grote, geometrische én psychologische afstand: de afstand tussen Thirsa en de buitenwereld.

In het opvolgende uur zien we hoe Thirsa via uiteenlopende gemoedstoestanden steeds verder wegzakt in haar eenzaamheid. Dit wordt af en toe onderbroken door een jongen die haar alledaagse vragen stelt, zoals ‘Wat heb je gedaan vandaag?’. Deze onderbrekingen, de afwisselende combinatie van dans en tekst en het talent van de actrice zorgen voor een sterke spanningsboog. De strakke beats en sounds van Rik Ronner geven de voorstelling een meeslepende basis, maar het verstoort soms ook de spanning doordat de overgangen tussen de verschillende sounds erg hak op de tak zijn.

Het meest opvallende is hoe Wat niemand had verwacht de kracht van dans laat zien. Daar waar woorden tekortschieten, zoals bij heftige emoties, gaat dans verder. Hierdoor worden we meegevoerd met de beleving van de hoofdpersoon. Wakelkamp vermengt in haar choreografie de plotseling stoppende of loslatende spieren van popping en locking met lange en slepende bewegingen uit de moderne dans. Dit is erg passend bij de gesteldheid van Thirsa, die vastzit in haar hoofd en het liefst alleen maar wil ‘zijn’. Wat niemand had verwacht is een sterke en intense jeugddansvoorstelling die geen moment verveelt en veel indrukken achterlaat.

Gezien: 3:The Garden van NBprojects
op maandag 8 februari 2016 in de Stadsschouwburg Amsterdam

geschreven voor 8Weekly, www.8weekly.nl

Wegens succes is de voorstelling 3: The Garden van NBprojects uit 2011 weer te zien in de theaters in Nederland. Nicole Beutler en haar team hebben de voorstelling aangepast zodat het nu past in de grote zaal, in plaats van de kleine zaal.

Op de vloer van het podium zien we een vierkante grasmat met aan beide kanten drie korte nepbomen. Een normaal geklede jongeman vertelt ons geanimeerd over het moment dat er niets was en de oerknal tot een opsomming van dingen, plekken en mensen die op aarde zijn of zijn geweest. Ondertussen verschijnen er vijf anderen. De hierop volgende groepsdans bestaat uit een constant veranderen van de ene symmetrische vorm in de andere, wat veel weg heeft van een menselijke caleidoscoop. De vloeiende bewegingen bewijzen dat de dansers, inmiddels uitgekleed tot aan hun ondergoed, goed op elkaar zijn ingespeeld. Hoewel ze in het begin vrij lang met deze bewegingen doorgaan, zorgen de muziek, die steeds zachter en dan weer sterker wordt, en het licht gebruik dat van een verlichte zaal naar een enkele felle spot op het toneel gaat, ervoor dat het niet saai wordt, maar eerder een hypnotiserend werking heeft.

Sterke spanningsboog
De symmetrische groepsdans is de leidraad in de voorstelling, maar wordt enkele keren onderbroken. Bijvoorbeeld wanneer de performers met instrumenten verstopt in de nepbomen een ritme maken en de tekst “If you want to you can find me in the garden, unless it’s pouring down with rain” uitspreken, of wanneer ze patronen op elkaar tekenen met verschillende kleuren verf. Elke onderbreking lijkt een verandering in de symmetrische groepsdans als effect te hebben, van vloeiende naar stotende bewegingen en van lineair naar voren gericht tot circulair naar elkaar toe gericht. Door de combinatie van de subtiele licht- en muziekveranderingen met de grote onderbrekingen houden de performers onze aandacht op een inventieve en humoristische manier muurvast.

Futuristische ideeën
Tegen het einde van de voorstelling vertelt een van de performers op een geanimeerde manier over futuristische dingen, mensen en plaatsen, zoals dat wij mensen naakt zullen zijn en geen behoefte meer hebben aan voedsel. De cirkel is rond: van het begin van de aarde, via alle aanpassingen die wij mens aan de natuur hebben gedaan, naar een toekomstbeeld.. De voorstelling eindigt heel bevredigend met de performers naakt in een asymmetrische, harmonieuze groepspose.

Versterkend effect van de grote zaal
Het is opvallend om te zien dat deze voorstelling ook erg goed werkt in een grote zaal. De grotere afstand tussen performers en publiek draagt juist bij aan het hypnotiserende effect, omdat het makkelijker is om naar het geheel te kijken. 3: The Garden is, nog meer in de grote zaal, een sterke voorstelling die hypnotiserende momenten kent, maar ook veel afwisseling en humor.

Gezien: Start again van Nederlands Dans Theater 1
op 13 november in de Stadsschouwburg Amsterdam

geschreven voor 8Weekly, www.8weekly.nl

Het Nederlands Dans Theater 1 opent dit seizoen met het programma Start Again, met behalve werk van Lightfoot en León ook The Missing Door van Carrizo en een première van Chartier genaamd The lost room. Deze drie choreografieën maken van Start again een avond vol suspense en indrukwekkende dansfrases.

De voorstelling begint met The missing door van Gabriela Carrizo, dat zij in 2013 speciaal voor het NDT 1 creëerde. We zien een kamer met vijf deuren en een raam, wat op het eerste gezicht lijkt op een crime scene: een man in de hoek met bloed op zijn shirt en een vrouw die met haar gezicht naar beneden op de grond ligt. De opvolgende scènes hebben veel weg van een Hitchcockhorrorfilm: Hitchcock omdat het een flashback lijkt te zijn van hoe deze mensen dood zijn gegaan, in een grauwgroene setting waarin iedereen zich verdacht gedraagt, en horror omdat er onverklaarbare dingen gebeuren, zoals bewegende attributen en deuren die open en dicht slaan.

Een gedanste filmische ervaring
De dansers rennen of vallen naar binnen of worden de kamer in geblazen, om vervolgens na hun solo of duet weer door een van de deuren te verdwijnen. Tijdens de dansfrases draaien ze zich uit het niets in de meeste verwrongen, onnatuurlijke houdingen. In een magnifiek duet van Marne van Opstal en Meng-Ke Wu, lijkt Meng-Ke een levenloze pop die met een flinke snelheid en souplesse door de ruimte bewogen wordt door Marne. De dansers zijn in dit werk dan ook meer dan danser: ze zijn personages in het verhaal, zoals de conciërge of de schoonmaakster. Behalve dat ze prachtig kunnen bewegen en een sterke sfeer kunnen neerzetten met hun energie en uitstraling, kunnen ze dus ook acteren! Samen met het indrukwekkende lichtontwerp van Tom Visser is deze choreografie een overtuigende filmische ervaring waarbij je op het puntje van je stoel moet zitten om niets te missen.

Special effects en flash forwards
The lost room van Franck Chartier is een reactie op The missing door en tussen de twee stukken door zien we hoe de grauwgroene ruimte wordt omgebouwd tot een standaardhotelkamer met bed, kast en balkon. Chartier mixt net als Carrizo horror met humor. Dit lijkt in eerste instantie misschien een gekke combinatie, maar door middel van herhalingen en verrassingen, zoals een man die blijft verschijnen achter de kastdeur en dansers die door de kleinste deurtjes in de wand verdwijnen, gaan die twee goed samen zonder elkaar af te zwakken. Het is verbazingwekkend hoeveel verschillende speciale effecten ze creëren. Hierbij moet je denken aan het ‘wankelen’ van de kamer van links naar rechts of bijvoorbeeld storm waardoor ze wegwaaien. Dit is alleen overtuigend als het tot in de puntjes goed wordt uitgevoerd. En dat doen ze. Waar The missing door een flashback is, lijkt The lost room vol te zijn van flash forwards: een surrealistische blik in de toekomst.

Projectie, dans en meel
De avond eindigt met Stop-motion van Lightfoot en León: wederom een spannend werk waarin de emoties verdriet en vastberadenheid centraal staan. In Stop-motion brengen Lightfoot en León vele elementen zo goed samen dat er een sterke sfeer en duidelijke spanningsboog ontstaat: projectie, dans, expressie, licht, decor en meel. Het meel, wat ze vanaf de grond door hun bewegingen laten opstuiven, geeft een rookachtig, wazig makend effect in de lucht. Het enige minpuntje van de avond zit in de uitvoering van dit laatste werk, wat soms net niet helemaal gelijk ging. Verder maken de precisie en energie van de grandioze dansers, samen met het lichtontwerp en decorgebruik, Start Again tot een intrigerend programma, waarin het NDT1 laat zien wat het allemaal kan. En dat is veel.

donderdag 12 november 2015

Musical magie

Gezien: Priscilla, queen of the desert (Engelstalige cast uit Londen)
op woensdag 11 november 2015 in Carré, Amsterdam

Gisteravond ben ik naar de première van de musical Priscilla, queen of the desert geweest in Carré. Het was al even geleden sinds ik naar een musical ben geweest. Dat deed me denken: hoe zit het eigenlijk met de status van de musical vandaag, ten opzichte van de andere podiumkunsten?

Enkele jaren geleden was de musical een booming business en had iedereen het erover. Zelf ben ik al fan van musicals sinds ik me kan herinneren. Maar ik kan me ook herinneren dat fan zijn van musicals echt ‘not done’ was toen ik aan mijn studie theaterwetenschappen begon. Musical werd simpelweg alleen gezien als plat vermaakt en daardoor eigenlijk niet interessant voor de wetenschap, voor mijn gevoel. Daar is de jaren daarna aardig wat in veranderd, onder andere door de verassende en populaire musicals van Stage Entertainment opgericht door Joop van den Ende. Inmiddels zijn we in Nederland meer gewend geraakt aan enorme producties zoals bijvoorbeeld Soldaat van Oranje. Het blijft me verbazen dat ze de draaiperiode daarvan maar blijven verlengen! Is iedereen daar niet inmiddels voor de 2e keer naartoe geweest?

Volgens mij heeft de populariteit van de musical wel een verandering teweeg gebracht in de wereld van de podiumkunsten. En ik denk dat veel theatermakers nog steeds kunnen leren van de manier waarop musical de grenzen tussen podium en het publiek laat vervagen, vooral als het gaat om het gebruik van de ruimte. Sommige musicals hebben decors die ver tot in het auditorium rijken, of er vinden hele scènes plaats achter, naast of zelfs boven het publiek. Er worden werelden gecreëerd door middel van decor, licht en multimedia, waar je niet anders kan dan erin ondergedompeld worden. Natuurlijk zijn er ook toneelstukken die ook die grenzen tussen podium en publiek laten vervagen, maar ik ben nog niet naar een toneelvoorstelling geweest waarbij dat net zo sterk werkte als in een musical. Is de magie van muziek en een pakkende melodie nodig om helemaal weg te zakken in de fantasie/verbeelding van musical?

Bij Priscilla, queen of the desert werd deze magie der verbeelding versterkt door middel van vier discoballen verdeeld over het auditorium. Het effect van de stippen door de hele ruimte maakt het één: de grens tussen podium en auditorium vervaagde. En hoewel het decor vrij schaars was, spraken de kostuums des te meer tot de verbeelding. Ze gebruiken dermate ‘bekende’ kostuums dat je aan de hand van de associaties erbij, je de rest van de ruimte kon inbeelden. Bijvoorbeeld wanneer er zes mannen in pakjes met verentogen opkomen, de klassieke ‘showkleding’: er is niet meer nodig om de rest van de setting, een podium en een rokerig café, in je eigen verbeelding erbij te zien. Enorm overtuigende kostuums samen met muziek, zang en dans kan je dus ook al helemaal laten wegzakken in die verbeelding, heeft Priscilla, queen of the desert bewezen. Zeker als je je beseft dat het mannen waren in vrouwenkleding!

Dus wat maakt nou dat je je bij musicals zo makkelijk laat meeglijden in de fantasie? Een goede cast? Of gaat het in essentie om de verwachting die je hebt, en dus de manier waarop je naar een musical kijkt? Een manier die voortkomt uit de gedachte dat een musical ‘slechts’ vermaak is? Ik ben benieuwd wat er zou gebeuren als je een musical zou bezoeken zonder dat je weet dat dansen en zingen een hoofdrol spelen in het werk. Maar dat voor een volgende keer.

In bovenstaande artikelen beschrijf ik hoe ik voorstellingen beleefd heb en welke thema's me opvielen. Thema's om verder over na te denken of na te praten.

In these articles, I write about my experience going to dance and theatre pieces and what where remarkable themes in the pieces to think and talk about.